De teek behoort tot de mijten. Dat zijn spinachtige diertjes met vier paar poten. Ze zijn een speldenknop groot, maar hun met bloed volgezogen achterlijf zwelt op tot bijna 1 cm doorsnede.

Waar komen teken voor
Teken komen voor in struikgewas en hoog gras als daaronder voldoende kleine dieren rondlopen. Ze kruipen in de strooisellaag op de grond in de droge periodes van de zomer om niet uit te drogen en in de winter voor hun winterslaap. In de warme vochtige voor- en nazomers hangen ze aan de onderkant van een blad of grasspriet, wachtend, om zich te laten vallen op een dier dat onder hen voorbij komt. De eerste preventieve maatregel is dus bij een boswandeling op de paden te blijven lopen en niet in het hoog gras of onder de struiken. Moet je daar toch zijn dan kun je het best gesloten kleding dragen. Ook zijn er weinig teken in een naaldbos met een naaldtapijt, zonder ondergroei van hoog gras of struiken.

Bescherming tegen teken
Met een speciale spray of pipet kan de kat enigszins beschermd worden tegen teken. Bij katten mogen de tekenbanden niet gebruikt worden. Banden, sprays en pipetten geven echter nooit een volledige bescherming tegen teken. Dus ook als je huisdier een van deze middelen heeft gekregen is het verstandig hem regelmatig te controleren. Met andere woorden: controleer je kat (en jezelf) minimaal één keer per dag op teken als je in een risicogebied bent.

De levensfases van de teek
In het voorjaar legt de teek eitjes, waarna ze sterft. Na 4 weken komen de larven uit de eitjes. Deze larven klimmen bij gunstig weer onmiddellijk in de planten naar boven. Ze kunnen hier wel een jaar lang wachten voordat er een prooi langskomt. Ze nemen hun eerste bloedmaaltijd op kleinere dieren: muizen, egels, konijnen, vogels enz. In de winter slaapt de larve om in de lente als nimf te ontwaken. In de vroege zomer neemt ze een tweede bloedmaaltijd, waarbij ook de grotere dieren in aanmerking komen. Hierna groeit ze uit tot een volwassen teek. Deze neemt in de nazomer een derde bloedmaaltijd om daarna te paren. Na de winterslaap begint de 2-jarige cyclus opnieuw. Ze neemt dus slechts 3 bloedmaaltijden: 1 per levensfase.

Besmet met bacterie.
Alle bestaande soorten teken kunnen besmet zijn met de bacterie Borrelia. Ze voeden zich met het bloed van in het wild rondlopende dieren. Daartoe zuigen ze zich vast en boren door de huid van hun gastheer. Tijdens die bloedmaaltijd gaat de Borrelia met het besmette bloed van het dier over naar de teek. Nu vermenigvuldigt de Borrelia zich in de ingewanden van de teek, van waaruit ze bij een nieuwe bloedmaaltijd op de volgende gastheer kan overgaan. Dat kan ook een huisdier of een mens zijn.
Het aantal met Borrelia besmette dieren is beperkt en varieert van diersoort tot diersoort. Die dieren hebben geen of heel geringe verschijnselen. Bij de meeste dieren wordt de Borrelia in het bloed uitgeroeid reeds kort na de besmetting.
Het aantal besmette teken varieert van jaar tot jaar en vermindert soms. In de kringloop gastheer-teek zit dus een factor die de voortplanting van de Borrelia afremt. Het aantal besmette teken verschilt ook van bosgebied tot bosgebied en dat varieert van 5 tot 30 %. In Nederland is dit ongeveer 14%. Dit geeft dus ook de kans aan dat een tekenbeet besmet is. De bedoeling van de teek is bloed te nemen. Geeft zij toch bloed terug, dan is dat ook voor haar een ongelukje. Hierdoor is de kans dat de teek haar besmetting overdraagt heel gering. De schattingen variëren van minder dan 1% tot soms 4%. Je moet er echter wel op letten die kans niet nodeloos te vergroten bij het verwijderen van de teek (zie hieronder).

Het verwijderen van een teek
De beet kan plaatsvinden tussen maart en november, in de warme vochtige periodes. Waar de patiënt dan is geweest, kan al een aanwijzing zijn. De teek is niet actief in de winter en ook in de hete droge periodes in het midden van de zomer. Een teek zit vooral in de lies, knieholtes en oksels. Maar ook de nek of achter het oor zijn plekken waar teken zich graag vastbijten.
Het is zinvol je lichaam en dat van je dieren op teken te controleren na een lange boswandeling. Katten die veel buiten zijn in een bosrijke omgeving, lopen dus het meeste risico.

Doe het volgende niet !!
Vroeger werd geadviseerd de teek met alcohol, ether of een andere bedwelmende stof in te smeren alvorens hem voorzichtig los te trekken. Doe dit niet! Deskundigen menen dat er dan een grote kans bestaat dat het diertje in paniek raakt en alsnog haar maag leegspuit in haar gastheer. Met een vergrote kans op infectie.

Verwijder een teek met de in de handel verkrijgbare tekenpincet. Pas nadat de teek verwijderd is de wond ontsmetten. Ook schijnt het inwrijven met speeksel en vervolgens het diertje met een draaiende beweging lostrekken, goed te werken.
Maar pas op: doe dit rustig aangezien er anders delen van de teek in de wond kunnen blijven, wat op zijn beurt een infectie tot gevolg kan hebben. Katten kunnen op de aanhechtingsplaatsen zweertjes of knobbeltjes ontwikkelen, zeker als de teek op een verkeerde manier is verwijderd.

Het verwijderen met een pincet :

Bij kleine teken:
Plaats duim en wijsvinger op de witte drukknoppen aan de zijkant van het pincet. Druk knoppen tegelijk in, zodat het pincet open gaat. Plaats het openstaande pincet over de kop van de teek, zo dicht mogelijk op de huid en laat de knoppen tegelijk los. Draai het pincet nu 2 tot 3 maal linksom en trek de teek voorzichtig los. Desinfecteer het bijtwondje, na het verwijderen van de teek, met alcohol 70%. Het pincet na gebruik ook met alcohol 70% reinigen.

Bij volgezogen teken:
Plaats duim en wijsvinger op de witte drukknoppen aan de zijkant van het pincet. Druk knoppen tegelijk in, zodat het pincet open gaat. Draai het pincet nu 2 tot 3 maal linksom en trek de teek voorzichtig los. Desinfecteer het bijtwondje, na het verwijderen van de teek, met alcohol 70%. Het pincet na gebruik ook met alcohol 70% reinigen.

De eventuele gevolgen van een besmetting.
Bij een tekenbeet kan de teek haar besmetting niet overdragen in de eerste 12 tot 24 uur, want die tijd heeft zij nodig om door de huid te boren. Na een verblijf in het bos eventuele teken opsporen en tijdig verwijderen is een eerste belangrijke preventieve maatregel. Slechts 5% van de mensen met een Borrelia-besmetting krijgt Lyme. Bij de anderen reageert het immuun-systeem snel en effectief. Zij krijgen geen of geringe verschijnselen van Lyme.